Preflight profielen definiëren
Preflight-profielen definiëren
Neemt contact op met uw prepress-servicebureau voor profielen of voor informatie over de instellingen van preflight-profielen. Een afdrukhandleiding voor prepress-servicebureaus (PDF-bestand) vindt u op www.adobe.com/go/learn_id_prepress_wp_nl.
Een Preflight-profiel definiëren
- Kies Profielen definiëren in het menu van het deelvenster Preflight of in het menu Preflight onder aan het documentvenster.
- Klik op het pictogram Nieuw preflight-profiel en geef een naam voor het profiel op.
- Geef in elke categorie de preflight-instellingen op. Een vinkje in een vakje geeft aan dat alle instellingen in het profiel zijn opgenomen. Een leeg vak betekent dat er geen instellingen worden opgenomen.
- Koppelingen
- Bepaal of ontbrekende koppelingen en gewijzigde koppelingen als fouten worden weergegeven.
- Kleur
- Bepaal welke transparantieovervloeiruimte vereist is en of onderdelen zoals CMY-platen, kleurruimtes en overdrukken zijn toegestaan.
- Tekst
- In de categorie Tekst worden fouten voor onderdelen zoals ontbrekende lettertypen en overlopende tekst weergegeven.
- Afbeeldingen en objecten
- Geef vereisten op voor onderdelen zoals afbeeldingsresolutie, transparantie en lijndikte.
- Document
- Geef vereisten op voor het paginaformaat en de afdrukstand, het aantal pagina's, lege pagina's en de instellingen voor het afloopgebied en de witruimte rond pagina's.
- Kies Opslaan om uw wijzigingen in een profiel te behouden voordat u de instellingen voor een ander profiel opgeeft. U kunt ook op OK klikken om het dialoogvenster te sluiten en alle wijzigingen op te slaan.
Ingesloten en niet-ingesloten profielen
Wanneer u een profiel insluit, maak dat profiel deel uit van het document. Het insluiten van profielen is vooral handig wanneer u het bestand naar iemand anders stuurt. Als een profiel is ingesloten, betekent dit niet dat het profiel ook moet worden gebruikt. U kunt bijvoorbeeld een document met een ingesloten profiel naar de drukker sturen, maar de drukker kan besluiten om voor het document een ander profiel te kiezen.
U kunt niet meer dan één profiel insluiten. Het profiel [Basis] kan niet worden ingesloten.
- Als u een profiel wilt insluiten, selecteert u het in de lijst Profiel en klikt u vervolgens op het pictogram Insluiten rechts van de lijst Profiel.
U kunt een profiel ook insluiten via het dialoogvenster Profielen definiëren.
- Als u het insluiten van een profiel ongedaan wilt maken, kiest u Profielen definiëren in het menu van het deelvenster Preflight. Vervolgens selecteert u het profiel en kiest u Profiel insluiten ongedaan maken in het menu Preflight-profiel links in het dialoogvenster.
Profielen exporteren en laden
U kunt een profiel exporteren zodat dit beschikbaar wordt voor anderen. Geëxporteerde profielen worden opgeslagen met de extensie .idpp.
U kunt ook een profiel laden dat u van iemand anders hebt ontvangen. U kunt een IDPP-bestand laden of u kunt het ingesloten profiel laden in het door u opgegeven document.
- Als u een profiel wilt exporteren, kiest u Profielen definiëren in het menu Preflight. Kies Profiel exporteren in het menu Preflight-profiel, geef de naam en locatie op en klik op Opslaan.
- Als u een profiel wilt laden (importeren), kiest u Profielen definiëren in het menu Preflight. Kies Profiel exporteren in het menu Preflight-profiel, selecteer het IDPP-bestand of het document met het ingesloten profiel dat u wilt gebruiken en klik op Openen.